Nadat de vrouwen met kleren aan door het ‘gat’ gedoken zijn, zelfstandig vanuit het diepe water op het vlot geklommen zijn en hebben laten zien dat ze alle zwemslagen beheersen, komt het laatste onderdeel: watertrappelen. Samen tellen ze de laatste seconden af: “Vier, drie, twee, een!” Stralend kijken ze elkaar aan. Het zit erop, ze hebben het ‘geflikt’! Voor deze vrouwen is leren zwemmen méér dan het aanleren van de zwemvaardigheid. “Kunnen zwemmen betekent vrijheid”, zegt een van de vrouwen. “En meedoen”, vult een andere vrouw aan. “Zo kan ik samen met mijn kinderen zwemmen en ben ik niet meer bang als ik langs het water loop of fiets.”
Om het behalen van het A-diploma te vieren mogen de vrouwen voor het eerst van hun leven van de waterglijbaan. Joelend komen ze een voor een naar beneden suizen. Zittend, op de buik of op de rug - ze komen allemaal met een flinke plons in het water terecht. “Nu zijn ze waterveilig”, zegt Hoogenboom met een grijns. Alle dames gaan hierna door voor het B-diploma. Ze kijken er nu al naar uit.